Hoe je de juiste vragen stelt

Het aanknopen van een gesprek is één ding. Het op gang houden ervan, vraagt weer heel andere vaardigheden. Een goede methode om een gesprek op gang te houden, is het stellen van vragen. Mensen zijn namelijk van nature geneigd antwoord te geven op een vraag. Doe daar je voordeel mee!

Bovendien toon je door het stellen van vragen interesse in de ander. En dan daarbij, de meeste mensen praten graag, liever dan dat ze luisteren. Door het stellen van vragen geef jij de ander de gelegenheid daartoe. Vooral open vragen werken dan goed. Voor het voeren van een geanimeerd gesprek zijn gesloten vragen minder geschikt. Daarom kijken we eerst hoe je gesloten vragen herkent.

Waaraan herken je een gesloten vraag?

Over het algemeen geldt dat gesloten vragen handig zijn als je snel veel informatie wilt verzamelen. Gesloten vragen herken je als volgt:

  • Het antwoord erop kan met ‘ja’ of ‘nee’ beginnen
  • De vraag zelf begint met een werkwoord

Een gesloten vraag is bijvoorbeeld: ‘Houd je van sport?’ Als je een aantal gesloten vragen achter elkaar stelt, krijgt een gesprek al snel het karakter van een verhoor. Gesloten vragen zijn namelijk sturend. De vraagsteller bepaalt de richting van het gesprek.

Kijk maar:

  • ‘Woon je hier al lang?’ Antwoord: ja of nee
  • ‘Vind je het fijn om hier te wonen?’ Antwoord ja of nee
  • ‘Irriteer jij je ook zo aan slecht geparkeerde auto’s?' Antwoord ja of nee

Misschien wil je gesprekspartner wel kwijt dat ze wil verhuizen omdat ze zwanger is. Of misschien wil jouw gesprekspartner wel vertellen dat ze gaat verbouwen, maar door de serie gesloten vragen die ze over zich heen krijgt, krijgt ze de kans niet. Ze wordt onderworpen aan een serie vragen over haar woning.

Irritatie

Bij mij persoonlijk roept het de nodige irritatie op als ik merk dat er te veel gesloten aan me worden gesteld. Je wil iets kwijt, maar je krijgt de kans niet. Door veel gesloten vragen te stellen, voorkom je eigenlijk dat een gesprek goed op gang komt. Gesloten vragen worden namelijk ook vaak gebruikt om een vooronderstelling van de vragensteller bevestigd te krijgen. Zoals in het bovenstaande voorbeeld. Daarin zou de vragensteller zomaar iemand kunnen zijn die zélf parkeeroverlast ervaart.

Hoe herken je open vragen?

Het tegenovergestelde van gesloten vragen, zijn open vragen. Open vragen zijn minder sturend. Je herkent ze als volgt:

  • het antwoord erop kan nooit met ‘ja’ of ‘nee’ beginnen
  • de vraag begint met woorden als: wat, wie, welke, waar, waardoor, wanneer en hoe

Door het stellen van open vragen toon je interesse in je gesprekspartner; je geeft hem of haar immers de kans zelf volop invloed te hebben op de loop van het gesprek.

Voorbeelden van open vragen zijn:

  • Wat is volgens jou de beste plek om je auto te parkeren?
  • Wie zijn er betrokken bij de organisatie van deze buurtborrel?
  • Wat bevalt jou goed aan deze buurt?

Of práát je veel als je gespannen bent?

De theorie van de open en de gesloten vragen is vast niet nieuw voor je. En toch, ik merk het zelf ook altijd, er komen zovéél gesloten vragen voorbij. Of er komen helemaal geen vragen voorbij. Want zeker als we een beetje gespannen zijn, hebben we nogal eens de neiging veel te praten. Helaas betekent dat dat we onze gesprekspartner niet voldoende kans geven iets te zeggen. Want veel praten, betekent weinig luisteren en weinig vragen stellen.

©Eva Geelen

Opdracht van vandaag

De opdracht van vandaag is dan ook: observeer gesprekken waar je zelf aan deelneemt en die je om je heen ziet. Beschrijf de situatie, of er sprake was van open/gesloten vragen en hoe het gesprek liep. Druk op verstuur.


Met open vragen toon je interesse en geef je de ander de kans de richting van het gesprek mede te bepalen.

Kijk maar eens hoe het niet moet